Branchevereniging aan het woord: NEBAFA
In een serie interviews komen de brancheleden van MKB-Nederland en VNO-NCW aan het woord.
Dit keer is dat interim-voorzitter Peter Verhagen van de Vereniging van Nederlandse Fabrikanten van Bakkerijgrondstoffen (NEBAFA), die de belangen behartigt van de Nederlandse bakkerijgrondstoffen-industrie op het terrein van de (Europese) levensmiddelenwetgeving, voedselveiligheid en arbeidsomstandigheden.
De Vereniging van Nederlandse Fabrikanten van Bakkerijgrondstoffen (NEBAFA) behartigt de belangen van de Nederlandse bakkerijgrondstoffen-industrie op het terrein van de (Europese) levensmiddelenwetgeving, voedselveiligheid en arbeidsomstandigheden. Interim-voorzitter Peter Verhagen vertelt.
Vertel eens over uw branche(vereniging).
‘NEBAFA verenigt de fabrikanten van grondstoffen van brood en banket. We vertegenwoordigen het merendeel van de spelers in deze sector. Bepaalde bedrijven die activiteiten in Nederland hebben, maar hun hoofdvestiging elders, zijn soms geen lid. Omdat er in de loop der jaren diverse consolidaties hebben plaatsgevonden, is het aantal leden afgenomen tot veertien. Die hebben samen een omzet van meer dan een miljard euro en er werken in totaal een paar duizend medewerkers.
Het belang van ons als fabrikanten van bakkerijgrondstoffen is het borgen van kennis voor het verantwoord produceren van lekker brood en banket. Dat willen we toch wel iedere dag eten.
Ons secretariaat is ondergebracht bij het NBC, het Nederlands Bakkerij Centrum in Wageningen. We hebben zelf geen mensen in dienst. De zaken die volgens het bestuur geregeld moeten worden, doen we met elkaar of het NBC voert het uit.’
Hoelang bent u al voorzitter en wat is uw achtergrond?
‘De voorzitterspositie is sinds de herfst van vorig jaar vacant. Als bestuurslid ben ik dus waarnemend voorzitter geworden. Ik werk al 27 jaar voor een van de leden, de Sonneveld Group. Dit is het tiende jaar dat ik díe firma aanstuur. Namens NEBAFA zit ook in het bestuur van FEDIMA, onze Europese federatie.’
Welke actuele kwesties spelen er momenteel voor jullie?
‘De volatiliteit van de beschikbaarheid en prijzen van grondstoffen is er een. Hoe ga je daarmee om? Daarnaast zien we dat er in West-Europa momenteel een recessie is. Daardoor verandert het bestedings- en eetpatroon, waarop we moeten inspelen. We sturen erg op voedselveiligheid. Individuele leden zijn bijvoorbeeld aangesloten bij Riskplaza (een database voor de beheersing van gevaren en risico’s voor ingrediënten) en bij SpecsPlaza (een gemeenschappelijke database van productspecificaties). SpecsPlaza helpt de bakker zijn producten juist te etiketteren en brengt uniformiteit in de productdeclaraties. Ten slotte vraagt duurzaamheid aandacht. Ieder bedrijf moet vanaf 2025 voldoen aan de eisen van de CSRD-wetgeving. Ook nemen we onze verantwoordelijkheid om stofallergie in onze fabrieken te voorkomen.’
Wat zijn belangrijke lobbypunten?
‘Als we lobbyen, proberen we samen op te trekken met de NVB, de Nederlandse Vereniging voor de Bakkerij en de NBOV, Nederlandse Brood- en banketbakkers Ondernemersvereniging. Die zijn allebei groter dan wij. We denken samen meer te bereiken dan als afzonderlijke branchevereniging. Ook doen we vaak mee met FEDIMA, dat is actiever in Brussel. Zo hebben we als Nederlandse partij met de NBV en NBOV meegedaan aan Bread Initiative, een Europese campagne voor brood. Want de gemiddelde consumptie van brood is de laatste jaren afgenomen.’
Hoe ziet u de toekomst van uw branche?
‘Ik denk positief, omdat brood en banket zullen blijven bestaan. Daar ben ik van overtuigd. Daarom blijft er ook behoefte aan de kennis om goed brood te maken. Ook omdat de wensen van consumenten veranderen. En daar moeten we samen op inspelen.
Bij de branchevereniging zal het aantal leden nog kleiner worden door consolidatie. En dan is het op een gegeven moment de vraag of we nationaal doorgaan of ons misschien meer internationaal willen organiseren. In de FEDIMA bijvoorbeeld of in een branchevereniging voor de Benelux. Aan de ene kant is brood echt cultuurbepaald. Wij eten ander brood dan in België of in Duitsland. Maar tegelijkertijd heb je ook wel best wel wat raakplakken met elkaar. Verenigingen in Frankrijk of Duitsland hebben voorzitters die betaald wordt door de leden en een onafhankelijke positie hebben. Bij ons vervult een lid die rol, daarom zijn we low profile en pragmatisch.’
Waarom zijn jullie lid van VNO-NCW?
‘Omdat het goed is om de werkgeversbelangen via de VNO-NCW te behartigen. We zijn zelf maar een kleine federatie, dus we hebben er baat bij onderdeel te zijn van een groter geheel.’
Met welke branchedirecteur zou u weleens een dagje willen ruilen?
‘Ik zou weleens een dagje willen wisselen met de branchevoorzitter van de slagers. Die staan ook voor uitdagingen op het gebied van duurzaamheid, denk aan vleesvervangers. Ze moeten zich aanpassen en hebben net als wij behoefte aan vakmensen. Ik ben benieuwd hoe ze daarmee omgaan.’
Bron: VNO-NCW